Twee reserves die de winst drukken, maar welke kiest u?

Op uw balans ziet u wellicht een fiscale reserve staan. Bijvoorbeeld een herinvesteringsreserve (HIR) of een kostenegalisatiereserve (KER). Wat betekent dat dan? Wanneer kunt u met welke fiscale reserve uw voordeel doen?

De herinvesteringsreserve (HIR)

Waarvoor bedoeld?
Als de opbrengst van een verkocht bedrijfsmiddel hoger is dan de boekwaarde, moet u over deze boekwinst belasting betalen. Als u echter van plan bent de opbrengst van het bedrijfsmiddel te gebruiken voor investeringen in uw bedrijf, dan kunt u de belastingheffing uitstellen door een herinvesteringsreserve (voorheen ‘vervangingsreserve’ genoemd) te vormen.

Functie-eis?
Als u herinvesteert in bedrijfsmiddelen die in meer dan 10 jaar worden afgeschreven (zoals onroerend goed), geldt de voorwaarde dat het vervangende bedrijfsmiddel dezelfde economische functie gaat vervullen. Voor herinvesteringen in bedrijfsmiddelen die worden afgeschreven in 10 jaar of minder, geldt deze voorwaarde niet.

Geheel of gedeeltelijk?
De staatssecretaris keurt goed dat als het voornemen bestaat om slechts een deel van de opbrengst te herinvesteren, voor dat deel een HIR mag worden gevormd, dan wel in stand worden gehouden. Voor het deel van de boekwinst waarvoor geen voornemen tot herinvestering bestaat (dan wel later vervalt), kan dus geen HIR worden gevormd (dan dient wel winstbelasting te worden betaald).

Binnen één boekjaar
Goedgekeurd is dat indien in een boekjaar een HIR is gevormd, deze HIR kan worden aangewend voor de aanschaf van bedrijfsmiddelen van zowel vóór als ná het tijdstip van vervreemding van het bedrijfsmiddel waarvoor de HIR is gevormd.

Onroerende zaken?
Bij bedrijfsstaking en herinvestering van onroerende zaken gelden andere regels en voorwaarden. Denk dan aan een bedrijfspand, garagebox, loods, etc.

De kostenegalisatiereserve (KER)

Waarvoor bedoeld?
De fiscale wet kent bovendien een fiscale faciliteit waardoor u onderhoudskosten ten laste van de winst kunt brengen, nog voordat u deze kosten gemaakt heeft. Dit kan via de zogenaamde ‘kostenegalisatiereserve’ (KER).

Voorwaarden
Via de KER brengt u jaarlijks het deel van de onderhoudskosten ten laste van de winst dat u op termijn nodig heeft om het onderhoud te betalen. Kost schilderen u bijvoorbeeld iedere vijf jaar € 40.000,-, dan kunt u vijf jaar lang al € 8.000,- ten laste van de winst brengen.

Wat valt er onder onderhoud?
Een belangrijke voorwaarde is dat het gaat om toekomstig uit te geven kosten. Toekomstige aanschaf of verbetering van bedrijfsmiddelen (zijn investeringen en geen kosten) vallen dus niet onder onderhoud.

Geen oude jaren
Bij de KER is het niet mogelijk om kosten die toe te rekenen zijn aan oude boekjaren, te reserveren. M.a.w.: er is geen inhaal mogelijk. Dan is er echter nog geen man overboord.

Bij het vormen van een fiscale voorziening kan dit wel. Voorwaarden zijn dan wel:

• de toekomstige uitgaven moeten hun oorsprong vinden in de periode voorafgaand aan de balansdatum (‘oorsprongseis’);
• die uitgaven kunnen aan die periode worden toegerekend (‘toerekeningseis’);
• het is vrijwel zeker dat de toekomstige uitgaven écht plaats zullen vinden (‘zekerheidseis’).