“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”
Als u geld uitleent, hoopt u dit natuurlijk terug te krijgen. Maar u kunt de pech hebben dat uw geld niet terugkomt. Kunt u dit ‘verlies’ aftrekken van de belasting? Of is dit voor de belasting ook een geval van ‘jammer, maar helaas’?
Geld uitlenen. Wij gaan er hier van uit dat u zelf ondernemer bent en dat u geld uitleent aan een andere ondernemer. De eerste vraag die u zichzelf in dit verband moet stellen, is in welke hoedanigheid u geld uitleent aan deze andere ondernemer.
Persoonlijke motieven. Het is denkbaar dat u geld uitleent als particulier, bijvoorbeeld omdat u de ondernemer in kwestie persoonlijk kent en hem (uit persoonlijke motieven) door een moeilijke periode heen wilt helpen. In dit geval is duidelijk dat u uw geld uitleent uit persoonlijke motieven, oftewel: als particulier.
Zakelijke motieven. Het is ook mogelijk dat de ondernemer in kwestie een zakelijke relatie van u is. Stel dat het gaat om een belangrijke klant die u liever niet failliet ziet gaan, of een leverancier die een voor u moeilijk te krijgen product levert. In deze gevallen is het duidelijk dat u geld uitleent uit zakelijke motieven, oftewel: als ondernemer.
Vordering in box 3. Als u uit persoonlijke motieven geld uitleent, heeft dit niets te maken met uw onderneming. In dat geval komt de vordering op uw collega-ondernemer niet op de balans van uw onderneming terecht, maar hoort de vordering thuis in box 3. Dit betekent dat u over de waarde van de vordering per saldo 1,2% vermogensrendementsheffing betaalt. Over de rente op uw vordering bent u verder geen belasting verschuldigd.
Lening niet afgelost. Als uw collega-ondernemer niet kan betalen, boekt u de waarde van de vordering af tot nihil. U betaalt dan geen box 3-heffing meer over de vordering, maar verder kunt u fiscaal niets doen met dit verlies.
Vordering ondernemingsvermogen. Indien u als ondernemer geld uitleent, hoort de vordering op uw collega tot uw ondernemingsvermogen. U moet dan de waarde van de vordering opnemen in de balans van uw onderneming. De ontvangen rente is voor u winst uit onderneming.
Afwaarderen. Als uw collega in moeilijkheden komt, kunt u uw vordering afwaarderen, in het ergste geval tot nihil. Deze afwaardering komt ten laste van uw winst uit onderneming. Let op. Het kan natuurlijk gebeuren dat uw collega er weer bovenop komt. In dat geval moet u de vordering weer opwaarderen. Deze opwaardering hoort tot uw winst uit onderneming.
Goede inschatting risico maken. Als degene aan wie u geld uitleent zodanig in de problemen raakt dat u de waarde van uw vordering in rook ziet opgaan, bent u beter af als u het geld heeft uitgeleend als ondernemer. Als het enigszins verdedigbaar is, moet u de lening bij voorkeur als zakelijk aanmerken. Tip. Spreek in ieder geval een reële rente af. Leg ook een dossiertje aan waaruit blijkt dat u onderzoek heeft gedaan naar de kredietwaardigheid van de geldlener.
Als particulier? Alleen als het risico heel klein is (lijkt), kan het voordelig zijn om de lening als particulier te verstrekken. Als u een behoorlijke rente kunt vragen, pakken de regels van box 3 immers gunstiger uit dan het winstregime.