“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Zijn ritjes naar de golfclub zakelijk?

Altijd weer die auto … Er zijn maar weinig zaken waarover zoveel geprocedeerd wordt als de auto van de zaak. Wie daarover beschikt, heeft met de bekende privébijtelling te maken. Die kunt u ontgaan door met de auto in het jaar maximaal 500 km privé te rijden. Maar wat is nu precies zakelijk, en wat privé? Wat vond de rechter?

Ritten naar golfclub

Onlangs bracht een ondernemer zijn ongenoegen inzake de bijtelling voor de rechter. De man beschikte over een auto van € 84.000,- maar gebruikte deze slechts 326 km privé. Hij kon dit bewijzen via een sluitende rittenstaat. De discussie ging echter over zijn ritten naar de golfclub. De inspecteur rekende deze tot de privékilometers, waarna de rechter moest oordelen of dit juist is.

Zakelijk of niet? Volgens uw collega waren de ritten namelijk zakelijk. De ritten naar de golfclub maakte hij immers alleen met de zakenauto als hij vooraf een afspraak had gemaakt met een zakelijke relatie om deze op de golfclub te ontmoeten. Dit had ook aantoonbaar tot meer omzet geleid, zo bleek zelfs uit de cijfers.

Vergelijkbare personen. De rechter achtte van belang hoe vaak personen die qua inkomen, vermogen en gezin in soortgelijke omstandigheden verkeren maar niet dezelfde baan hebben, gemiddeld in een jaar naar de golfclub rijden. Volgens onderzoek blijkt dit 17 keer te zijn. Uw collega had dat jaar in totaal 79 ritten naar de golfclub gemaakt. De rechter achtte daarvan dus 17 ritten privé, de rest zakelijk. Met de privéritten waren in totaal 272 km gemoeid. Samen met de overige privékilometers kwam het totaal daarmee net 98 km te hoog uit. Omgerekend per kilometer dus een sanctie van € 111,-. De naheffing van bijna € 11.000,- bleef helaas voor uw collega in stand, Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 25.09.2018 (GHSHE:2018:2707) .

Betekenis voor de praktijk

De betekenis van deze uitspraak is onduidelijk. Het hof is van mening dat bij dit soort zakelijke ritten eerst nagegaan moet worden hoeveel van dit soort ritten vergelijkbare personen maken. Het hof leidde dit af uit een uitspraak van de Hoge Raad, 05.06.1985 (HR:1985:AW8259) , inzake het gebruik van de zakenauto door een rijinstructeur, hoewel deze zaak niet helemaal vergelijkbaar was. Verwarrend is verder dat dit geen rol speelde in een eerdere uitspraak van hetzelfde hof, 06.02.2013 (GHSHE:2013:BZ0678) . Ook toen ging het om gemaakte kilometers naar een golfterrein. In die zaak om het GVB te behalen om zodoende meer specifieke opdrachten van zakelijke klanten binnen te kunnen halen. Alle 738 km werden toen wel als zakelijk aangemerkt.

Wat kunt u hiermee? Totdat uiteindelijk de Hoge Raad over deze zaak heeft beslist, is het raadzaam voorzichtig te zijn met het gebruiken van de zakenauto voor ritten naar het voetbalstadion, de tennisclub, het theater of bestemmingen met deels een privékarakter. Zelfs al maakt u ze uit zakelijk oogpunt. In dat geval zult u aannemelijk moeten maken dat met ritten die vergelijkbare personen maken, gemiddeld niet meer dan 500 km gemoeid zijn, nog even los van de kilometers die u verder privé maakt. Een schier onmogelijke opgave lijkt ons. Zo kan het advies dan ook niet anders zijn dan in soortgelijke ritten de zakenauto maar te laten staan of ze als privé aan te merken.

Zakelijke ritten naar bestemmingen met deels een privékarakter (golfclub, voetbalstadion, tennisclub, etc.), tellen voor een deel mee als privérit. Pas dus op met het gebruik van de zakenauto voor dit soort ritten als u onder de bijtelling uit wilt komen door op jaarbasis niet meer dan 500 km privé te rijden. bron:indicator

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl