“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”
Zakelijk of privé? Als u als ondernemer bepaalde bedrijfsmiddelen zowel zakelijk als privé gebruikt, kunt u in beginsel zelf kiezen of u ze als ondernemings- of als privévermogen aanmerkt. Bekende voorbeelden zijn de woning van waaruit gewerkt wordt, de computer en ook de auto. Deze keuze moet u maken zodra u het bedrijfsmiddel in gebruik neemt en heeft de nodige fiscale gevolgen. Onlangs heeft Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2019:2939) aangegeven wanneer u een auto als zakelijk vermogen kunt aanmerken en wanneer niet. Wat betekent dit nu?
Gebruikt u bedrijfsmiddelen 10% of meer zakelijk of meer privé, dan bent u in beginsel vrij te kiezen of u het bedrijfsmiddel als zakelijk of als privé aanmerkt. Alleen als u het bedrijfsmiddel niet of nauwelijks (minder dan 10%) zakelijk of privé gebruikt, heeft u die keuzevrijheid niet. Het bedrijfsmiddel is dan verplicht privé of verplicht ondernemingsvermogen. Let op. Voor auto’s is in afwijking hiervan bepaald dat een auto niet als privé kan worden aangemerkt als deze minder dan 500 kilometer privé in het jaar wordt gebruikt. Dit hangt samen met de wettelijke bijtelling vanwege het privégebruik. Die vervalt namelijk wanneer de auto maximaal 500 kilometer privé wordt gebruikt.
Wanneer zakelijk? Voor Rechtbank Noord-Nederland kwam dus de vraag aan de orde wanneer een auto als zakelijk kan worden aangemerkt. Van de ruim 22.000 met de auto afgelegde kilometers was in ieder geval minder dan 10% zakelijk geweest en dus was de inspecteur van mening dat de auto verplicht als privé moest worden aangemerkt. Uw collega was het hiermee niet eens en stelde dat hij meer dan 500 zakelijke kilometers had gereden en vond dat dit het bepalende criterium moest zijn.
De rechter ging mee in de gedachtegang van uw collega en stapte af van de heersende opvatting dat minstens 10% van het aantal kilometers zakelijk moet zijn om de auto als zakelijk aan te kunnen merken. Volgens de rechter is het voldoende als van alle gereden kilometers er ten minste 500 zakelijk zijn geweest. Uw collega kon de auto dus als zakelijk aanmerken en alle autokosten ten laste van de winst brengen. Voor het privégebruik moest hij deze kosten weliswaar verminderen met de bekende bijtelling, maar omdat het een elektrische auto betrof was de bijtelling slechts beperkt in omvang.
De uitspraak betekent dat u een auto sneller als zakelijk kunt aanmerken, namelijk ook wanneer u deze niet minstens 10% zakelijk gebruikt, maar wel minstens 500 kilometer. Dit is vooral gunstig als u veel privékilometers rijdt en zeker als het een elektrische auto met lage bijtelling betreft. Let op. Overigens staat de uitspraak nog niet definitief vast, aangezien de fiscus nog in hoger beroep en in cassatie kan gaan.
Keuze herzien? Heeft u in het verleden uw auto in soortgelijke omstandigheden als privé aangemerkt en wilt u deze keuze herzien, dan kan dit voor zover uw keuze nog geen definitieve fiscale gevolgen heeft gehad. De aanslagen vanaf de aanschaf van de auto mogen dan nog niet definitief vaststaan.