“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Ongelijke schenkingen zijn moeilijk gelijk te trekken

Dit jaar (2022) jubelen nog mogelijk

Schenking voor eigen woning. De ouders van Henk willen hun zoon een bedrag van € 106.671 schenken voor de aankoop van een eigen woning. Henk hoeft daar geen schenkbelasting over te betalen.

Dit jaar is dat nog mogelijk. Vanaf 1 januari 2023 wordt de fiscale vrijstelling voor de eigen woning verlaagd naar € 27.231 en in 2024 wordt deze vrijstelling (de zogenoemde ‘jubelton’) afgeschaft.

Geld in de bakstenen

Henk heeft nog twee zussen. Het grootste deel van het vermogen van de ouders is de overwaarde van hun eigen woning. Ze beschikken niet over voldoende liquide middelen om hun drie kinderen hetzelfde bedrag te schenken.

Inbreng in nalatenschap

Om de situatie voor de kinderen gelijk te trekken, kunnen de ouders aan Henk de verplichting opleggen om de schenking ‘in te brengen’ in hun nalatenschap. Daardoor wordt het bedrag van de schenking verrekend met het erfdeel dat hij te zijner tijd van zijn ouders verkrijgt. Onder het ‘oude’ erfrecht stond deze verplichting nog in de wet. Vanaf 1 januari 2003 geldt als uitgangspunt dat schenkingen niet te hoeven worden ingebracht. Dat is alleen het geval als er aan de schenking een inbrengverplichting is verbonden.

Bij de schenking of in testament. Het is raadzaam om deze inbrengverplichting schriftelijk vast te leggen. Dat kan op het moment dat de schenking wordt gedaan of achteraf in een testament dat door de ouders wordt opgesteld. Daarbij moet worden bedacht dat het mogelijk is om een inbrengverplichting die bij een schenking is opgelegd, in een testament weer ongedaan te maken. Maar andersom is dit niet mogelijk: als er bij de schenking is bepaald dat deze niet hoeft te worden ingebracht in de nalatenschap, kan dat in een testament niet worden teruggedraaid. De inbrengverplichting in het testament geldt dan alleen voor ‘overige’ schenkingen.

Eerder voordeel. De verplichting voor Henk om de schenking in te brengen in de nalatenschap van zijn ouders, betekent niet dat de drie kinderen in financieel opzicht volledig gelijk worden gesteld. Henk beschikt immers eerder over het geld dan zijn beide zussen en heeft daar eerder het genot van. Zijn zussen krijgen het genot over het geld pas op een later moment. Dat is pas na het overlijden van hun langstlevende ouder.

Meer erfbelasting. De inbrengverplichting voor Henk heeft tot gevolg dat de erfdelen van zijn zussen groter worden. Daardoor gaan ze ook meer erfbelasting betalen. Als ze pech hebben, komt hun erfdeel mogelijk boven het drempelbedrag van € 130.425 (in 2022). Boven dat bedrag gaan de zussen geen 10 maar 20% erfbelasting betalen over hun verkrijging.

Verschil in rente

Op een andere manier kunnen de zussen van Henk voordeliger uit zijn. Dat is het geval als er aan de vorderingen van de kinderen na overlijden van de eerste ouder, een rente is gekoppeld. Als de langstlevende ouder nog lang leeft, kunnen de zussen een groter deel als schuld van de nalatenschap aftrekken van hun erfdeel. Zo zouden ze dan weer minder erfbelasting betalen.

Ondanks de inbrengverplichting voor schenkingen is het niet zo dat zo alle kinderen volledig gelijk worden behandeld. Ook kunnen er fiscale verschillen ontstaan. Dat is nooit helemaal gelijk te trekken. Het is goed om dat met alle kinderen te bespreken. Dat voorkomt scheve gezichten na overlijden van de langstlevende. bron indicator

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl