“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Nog een uitgavevoorziening opnemen voor de toekomst?

Ook om winst te drukken? Ondernemers willen hun bedrijfskosten het liefst zo snel mogelijk in aanmerking nemen om zodoende de winst te drukken. Een van de mogelijkheden daartoe is het vormen van een voorziening. Op deze manier kunt u nu al kosten ten laste van de winst brengen, terwijl u deze kosten nog niet heeft gemaakt. Op het moment dat de kosten zich daadwerkelijk voordoen, boekt u deze af van de voorziening. Op deze manier spreidt u het risico en daarmee ook de kosten. Er gelden echter wel aanvullende voorwaarden voor het vormen van een voorziening, zoals onlangs weer bleek voor Hof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2021:11109) .

Voorwaarden fiscale voorziening

Als u een voorziening vormt, moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moeten de uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich in de periode voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan en moeten ze ook aan deze periode kunnen worden toegerekend. Belangrijk is verder dat er een redelijke mate van zekerheid bestaat dat deze uitgaven zich ook zullen voordoen. Met name deze laatste eis leidt nogal eens tot discussie met de inspecteur.

“Rechter, kan ik een voorziening vormen?”  In de hiervoor genoemde rechtszaak draaide het met name om de vorming van een tweetal voorzieningen. Uw collega wilde deze vormen om zich alvast in te dekken voor zijn garantieverplichtingen. Het betrof de levering van vleeswaren, waaraan, zo beweerde uw collega, de nodige risico’s verbonden waren vanwege de verplichting deze te vervangen wanneer ze niet goed bleken te zijn. De andere voorziening betrof de aanstaande verkoop van het bedrijf en de wetenschap dat de koper ervan het personeel niet zou willen overnemen. Hierdoor zou de BV transitievergoedingen moeten betalen.

Wie eist, bewijst! Wie een voorziening wil vormen, zal aannemelijk moeten maken dat de kosten zich in de toekomst zullen gaan voordoen. In deze zaak lukte dat uw collega niet. Zo had hij met betrekking tot de garantievoorziening inzake vleeswarenbederf niet aangegeven hoe hij tot zijn kostenberekening was gekomen. Ook beschikte hij niet over ervaringscijfers inzake de begrote kosten, noch over de kans dat hij op zijn garantieverplichting zou worden aangesproken. Voor wat betreft de voorziening voor transitievergoedingen leverde uw collega ook geen bewijs dat het personeel bij verkoop van de zaak niet zou worden overgenomen. Ook ontbrak de cijfermatige onderbouwing omtrent de hoogte van de te verwachten transitievergoedingen. Als klap op de vuurpijl was het bedrijf anno 2019 nog steeds in bedrijf, terwijl de voorzieningen al in 2014 gevormd zouden gaan worden. Het hof stelde de inspecteur dan ook in het gelijk.

Wat heeft u hieraan?

Wilt u een voorziening vormen, houd er dan rekening mee dat u moet aantonen dat de voorziene kosten zich waarschijnlijk ook zullen voordoen. Onderbouw de kans hierop en de ermee gepaard gaande kosten dus zo goed mogelijk. De omvang van een voorziening voor bijv. dubieuze debiteuren is meestal vrij eenvoudig uit uw cijfers uit het verleden af te leiden. Houd er verder rekening mee dat een voorziening niet altijd gunstig is, met name als u in de toekomst waarschijnlijk met een hoger belastingtarief te maken krijgt. Wordt de winst van uw BV bijv. dit jaar nog belast tegen 15% en in 2023 tegen 19 of 25,8%, dan levert een voorziening u nu wel voordeel op, maar krijgt u zodra de kosten zich voordoen, te maken met een nadeel van 4%-punt respectievelijk 10,8%-punt.

Als u een voorziening wilt vormen, dient u deze goed te kunnen onderbouwen. Baseer uw voorziening dus bijv. op uw ervaringscijfers of op beschikbare informatie. U moet aantonen dat deze kosten zich ook echt gaan voordoen. bron indicator

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl