“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Lage WW-premie voor kleine parttimebanen en BBL’ers

2020 sectorindeling niet meer relevant

In plaats van een premie die afhankelijk is van de sector waarbinnen uw bedrijf is ingedeeld door de Belastingdienst, is er voor alle bedrijven een hoge of een lage premie verschuldigd.

Lage premie. Een lage premie (voorlopig 2,94%) geldt voor de gewone werknemer die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, die schriftelijk is vastgelegd en waarop een duidelijk aantal uren staat. Daarnaast mag u ook voor enkele bijzondere werknemers onder voorwaarden de lage WW-premie toepassen, namelijk voor BBL’ers en werknemers onder de 21 jaar die in een aangifteperiode weinig werken.

Verschil hoog en laag? Het is de moeite waard zo veel mogelijk gebruik te maken van de lage premie, omdat het verschil tussen de hoge en lage premie op basis van de voorlopige cijfers kan oplopen tot zo’n € 2.800 per werknemer per jaar (de hoge premie van 7,94% is 5% hoger dan de lage premie). Zorg dus dat u waar mogelijk aan de voorwaarden voor de lage premie voldoet.

BBL’er? De lage premie geldt wanneer de werknemer een BBL-opleiding (basisberoepsbegeleidende leerweg) volgt en er een schriftelijke en gedagtekende praktijkovereenkomst is opgenomen in uw administratie.

Let op. U kunt uitsluitend een praktijkovereenkomst afspreken als uw bedrijf een erkend leerbedrijf is! Tip. Als u met een BBL’er naast de praktijkovereenkomst ook een arbeidsovereenkomst heeft (een afspraak waarbij de nadruk ligt op werken en niet op opleiding), dan mag u de lage premie ook voor werkzaamheden op grond van de arbeidsovereenkomst toepassen.

Heeft u een jongere die beperkt werkt?

Heeft u een werknemer van jonger dan 21 jaar in dienst die minder werkt dan 52 uur als u aangifte doet per maand of minder dan 48 uur als u aangifte doet per kalendermaand? Dan mag u voor deze jongere in deze periode ook de lage premie toepassen. Het maakt daarbij niet uit of deze uren in een week of bijv. verspreid over de hele maand gemaakt worden. Werkt de jongere in een aantal periodes wel meer dan het maximumaantal uren, dan geldt in die periodes de hoge premie. In de aangifteperiodes dat de werknemer onder het maximum is gebleven, blijft echter de lagere premie van toepassing. Tip. Heeft u meerdere werknemers van onder de 21 in dienst? Probeer deze dan dus maximaal 48 uur (bij vierwekenaangifte) of 52 uur (bij maandaangifte) te laten werken.

Voorbeeld.U heeft in 2020 drie werknemers van 20 jaar. Zij verdienen bruto € 7,80 per uur. U heeft voor 160 uur werk in een aangifteperiode (maand). Als u het werk gelijk verdeelt over de werknemers maken zij allemaal 53,33 uur. Hun brutoloon per maand bedraagt dus afgerond € 416. Op alle drie is dan de hoge premie (voorlopig 7,94%) van toepassing. Het aantal uren is immers boven het maximum voor het lage tarief. Uw kosten WW-premie bedragen voor die periode dus 3 x € 416 (loon) x 7,94% (hoge premie), is dus ruim € 99 voor de drie werknemers. Verdeelt u het werk zo dat er twee in de periode 51 uur werken en één 58 uur, dan wordt dit anders. Voor die twee betaalt u dan 2 x 51 (uur) x € 7,80 (loon) x 2,94% (lage WW-premie), afgerond € 23. Voor de werknemer die 58 uur werkt, betaalt u 58 x € 7,80 x 7,94% is € 36. Uw voordeel door deze urenverdeling is dus per maand bijna € 40 (immers € 59 in plaats van € 99).

Heeft u jongeren onder de 21 jaar in dienst? Probeer door een slimmere urenverdeling zo veel mogelijk uren onder het lage WW-tarief onder te brengen! Dat bespaart u op jaarbasis bij bijv. drie werknemers van 20 jaar al gauw afgerond zo’n € 500. bron:indicator

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl