“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Wat als uw herinvesteringsreserve zorgt voor een verlies?

Hoe zat dat alweer met een HIR?

Herinvesteringsreserve (HIR). Als u een bedrijfsmiddel verkoopt, kan er een boekwinst ontstaan waarover u belasting moet betalen. Heeft u echter het voornemen tot herinvestering, dan kunt u de belastingheffing uitstellen door een zogenaamde herinvesteringsreserve te vormen. Deze reserve boekt u weer af als u (her-)investeert.

Voornemen. U mag de HIR alleen op uw balans zetten als u kunt aantonen dat u plannen heeft om de opbrengst opnieuw te investeren. Alleen een voornemen is niet voldoende. Er moeten op de balansdatum concrete plannen bestaan, zoals offerteaanvragen, zoekopdrachten naar makelaars, enz. Daar kwam een collega met een BV recentelijk achter. Daarover dadelijk meer.

Regel 1. Een van de voorwaarden voor het vormen van de HIR bij onroerende zaken is dat de vervangende onroerende zaak dezelfde economische functie gaat vervullen.

Regel 2. Ook dient binnen drie jaar na het jaar waarin de verkoop heeft plaatsgevonden een vervangend bedrijfsmiddel te worden gekocht.

Financieel? Het is niet vereist om zelf een pot met geld gereed te hebben. Het moet dan wel zo zijn dat u financieringsmogelijkheden heeft om te (her-)investeren. Als die ontbreken, is de vorming van een HIR niet mogelijk.

En een HIR bij verlies?

Zo kan het zelfs gebeuren dat er een verlies ontstaat door de vorming van een HIR, mits dat u positieve box 1-inkomsten heeft gehad in de afgelopen drie jaar of deze gaat behalen in de komende negen jaar. Een verlies uit box 1 mag u met drie jaar terug en negen jaar vooruit verrekenen met positieve box 1-inkomsten. Zo kunt u bijvoorbeeld uw verlies over 2016 verrekenen met de positieve box 1-inkomsten van 2013, 2014 en 2015. Resteert er dan nog een bedrag, dan mag u dit in de toekomst verrekenen, maar wel voor 2025 (negen jaar). Mocht er dan nog een bedrag resteren, dan kunt u dit niet meer verrekenen. Dit verlies verdampt.

Waarom HIR geweigerd door rechter?

Dat de vorming van een HIR strikt gebonden is aan voorwaarden, blijkt uit de volgende rechtszaak. Een BV die met boekwinst in 2005 onroerende zaken verkocht, kwam van een koude kermis thuis. Mede door de vorming van een HIR ontstond er voor het jaar 2005 een verlies. Dit verlies verrekende de BV met de winst van 2002. Tijdens een boekenonderzoek in 2010 concludeerde de inspecteur dat er voor 2005 ten onrechte een HIR was gevormd. Dit betekende dus dat er in 2005 geen sprake was van een verlies dat met de winst van 2002 verrekend kon worden. Er werd een navorderingsaanslag opgelegd voor de jaren 2002 en 2005. De zaak kwam voor het gerecht, Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 08.08.2016 (GHSHE:2016:1714) .

Dubbel zo zuur. De rechter oordeelde dat er geen aannemelijk bewijs was dat er een herinvesteringsvoornemen was op 31 december 2005. Daarbij ontbrak het de BV ook aan financiële middelen om tot herinvestering over te gaan. Let op. Dit kan bij u als ondernemer in de inkomstenbelasting ook van belang zijn. Het vormen van een HIR is strikt gebonden aan regels, zoals eerder in het artikel genoemd zijn.

Een HIR vormen is toegestaan in verliessituaties. Er moeten wel financieringsmogelijkheden zijn en een investeringsvoornemen. Dat laatste kunt u aantonen met offerteaanvragen, zoekopdrachten naar makelaars, enz. U moet de herinvestering binnen drie jaar na het jaar van verkoop plegen. bron:indicator

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl