“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Vanaf 2026 fors hogere wegenbelasting (mrb) voor lpg-rijder

Afschaffing G3-korting.Rijders van een lpg-auto kunnen nu profiteren van een korting op de mrb. Deze korting hangt samen met het minder vervuilende karakter van een auto die is voorzien van een erkende lpg-installatie. De korting geldt voor vrijwel alle auto’s op lpg. Helaas gaat deze korting van ongeveer € 143 per kwartaal per 2026 verdwijnen.

Lichte auto’s hardst geraakt.Omdat de korting een vast bedrag is, worden als gevolg van het afschaffen ervan, lichte auto’s relatief het hardst getroffen. De maatregel moet weliswaar nog worden goedgekeurd door het parlement, maar er is waarschijnlijk wel een meerderheid voor.

De mrb voor vooral kleine lpg-auto’s stijgt per 2026 relatief het hardst. Ga na of het voordelig blijft om op lpg te rijden, met name als u van plan bent uw auto te vervangen.

Gevolg inruil zakelijk gebruikte bestelauto

Antwoord Belastingdienst.Onlangs gaf de Belastingdienst antwoord op deze vraag en meldde dat met deze auto dan maximaal 500 kilometer privé mag worden gereden zonder bijtelling. Anders dan bij een auto die maar een deel van het jaar ter beschikking staat, hoeft dit aantal niet tijdevenredig te worden verminderd. Er staat immers het hele jaar een auto ter beschikking en van de bestelauto waarvoor de genoemde verklaring is ingevuld, wordt aangenomen dat deze niet privé is gebruikt en dus kan er met de andere auto in de rest van het jaar nog 500 kilometer privé worden gereden zonder bijtelling. Men moet wel een kilometeradministratie bijhouden.

Vervangt u een bestelauto met een Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto voor een auto zonder verklaring, dan mag u hierin de rest van het jaar 500 kilometer privé rijden zonder bijtelling.

Wanneer is er sprake van een schenking voor de schenkbelasting?

Waar gaat het om?Schenkbelasting wordt, afhankelijk van de omvang van het geschonken bedrag, geheven over schenkingen. De vraag of er sprake is van een schenking, dient beantwoord te worden aan de hand van de regels in de Successiewet 1956 (SW) en het Burgerlijk Wetboek (BW).

Verschil schenking en een gift

In het Burgerlijk Wetboek wordt onderscheid gemaakt tussen schenkingen en giften. Artikel 7:175 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt: “schenking is de overeenkomst om niet, die ertoe strekt dat de ene partij, de schenker, ten koste van eigen vermogen de andere partij, de begiftigde, verrijkt”. Artikel 7:186 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt vervolgens: “als gift wordt aangemerkt iedere handeling die er toe strekt dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt”. In de Successiewet 1956 is bepaald dat onder schenking moet worden verstaan een gift als hiervoor genoemd. Wat voor de fiscalist een schenking is, is voor de civilist een gift.

Geen vormvereisten.Voor het doen van een schenking gelden sinds 2003 geen vormvereisten meer. Voor 2003 golden er volgens het toen geldende recht wel vormvereisten voor het doen van een schenking. Dat is thans dus niet meer het geval. Een uitzondering hierop vormt de schenking op papier, ook wel de schenking ter zake des doods genoemd. Een schenking op papier moet door de schenker persoonlijk bij notariële akte worden aangegaan. Voor zover de schenking op papier betrekking heeft op kleren, lijfstoebehoren, bepaalde lijfsieraden, bepaalde tot de inboedel behorende zaken en bepaalde boeken, kan er worden volstaan met een door de schenker geheel met de hand geschreven, gedagtekende en ondertekende onderhandse akte. Dan geldt het vereiste van de notariële akte dus niet.

Kenmerken van de schenking

Kenmerkend voor de schenking is de beoogde vermogensverschuiving. Partijen (een schenking is immers een overeenkomst) moeten de bedoeling hebben gehad elkaar te bevoordelen en te benadelen. De ene partij is de schenker en de andere partij is de begiftigde. Deze partijen moeten zich van de vrijgevigheid bewust zijn. In familieverhoudingen wordt de wil om te bevoordelen en benadelen snel aangenomen. Uit de omstandigheden (bijv. ouder-kind) kan dit worden afgeleid.

Verarming?Dat is het geval als het vermogen van de schenker in waarde afneemt.

Wanneer is er sprake van verrijking?Als er sprake is van een wil om te bevoordelen en benadelen en het vermogen van de schenker neemt in waarde af, dan zal de begiftigde normaal gesproken verrijken. Dat hoeft niet altijd het geval te zijn. In de literatuur wordt het voorbeeld genoemd van een schenking onder last. In dat geval hoeft de begiftigde niet te verrijken. Denk aan het geval dat een vader een geldbedrag aan een van zijn kinderen schenkt onder de last om een reis te maken van het geschonken bedrag. In dat geval verrijkt de begiftigde niet.

Voorbeeld schenking.Het bekendste voorbeeld van de schenking is de ouder die een geldbedrag aan zijn kind schenkt zonder dat het kind tot enige tegenprestatie gehouden is. Ook de kwijtschelding van een schuld is een schenking. Het verrichten van gratis arbeid voor een ander is geen schenking, omdat degene die de arbeid verricht, niet verarmt.

In evidente gevallen zal het niet lastig zijn om te bepalen of er sprake is van een schenking, bijv. het geven van een geldbedrag (zonder tegenprestatie). Is dit niet meteen duidelijk, dan dient u aan de hand van de genoemde criteria te bepalen of er sprake is van een schenking. Is het geen schenking, dan is er geen schenkbelasting verschuldigd.

Wat moet u weten over het Schuldenknooppunt?

De impact van schulden

Ingrijpend.Het hebben van schulden grijpt diep in binnen de levens van de betrokkenen. Zo leiden schulden vaak tot gezondheidsproblemen en bijv. tot extra ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. Zodoende worden (problematische) schulden uiteindelijk vaak ook een maatschappelijk probleem.

Snelheid geboden.De ervaring leert dat zeker indien de betrokkene zelf geen uitweg meer ziet, schulden snel kunnen oplopen door boetes en aanmaningskosten. Relatief kleine achterstanden kunnen zodoende al snel problematische schulden worden. Snel ingrijpen kan dus veel (extra) leed voorkomen.

Schuldenknooppunt

Door het in het leven roepen van het zogeheten ‘Schuldenknooppunt’ kunnen meer mensen met problematische schulden sneller geholpen worden en eerder schuldenrust krijgen.

Geleidelijk.Het aansluiten van (nieuwe) partijen bij het Schuldenknooppunt wordt gefaseerd gerealiseerd.

Afspraken uit 2020.Het Schuldenknooppunt vloeit voort uit het één overheidsconvenant uit 2020. Daarbij maakten een aantal overheidsorganisaties en de NVVK (de brancheorganisatie voor schuldhulpverleners) afspraken over verbetering van de schuldhulpverlening.

Samenwerking gecontinueerd.Na een succesvolle proefperiode, waarin is samengewerkt met gemeenten (Den Haag en Rotterdam) en kredietbanken (Kredietbank Nederland en Stadsbank Oost Nederland), gaan de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen door met de samenwerking met het Schuldenknooppunt.

Uitwisseling gegevens.Via het Schuldenknooppunt wisselen schuldeisers en schuldhulpverleners snel en betrouwbaar op een standaard manier en via een kanaal gegevens uit.

Beter en sneller.Zo kunnen de bij het Schuldenknooppunt aangesloten instanties mensen met problematische schulden beter en sneller helpen. Dat is nodig dus, want steeds meer huishoudens hebben te kampen met (problematische) schulden en doen een beroep op schuldhulpverlening.

In ieders voordeel.Zowel de particulier als de ondernemer met schulden, de schuldeisers en de instanties die bij de schuldhulpverlening betrokken zijn, zijn erbij gebaat om zo snel mogelijk een schuldregeling tot stand te brengen, zodat er een oplossing komt voor de schuld(en).

Spraakverwarring.In de praktijk is het vaak niet zo eenvoudig om alle betrokken partijen op een lijn te krijgen. Schuldeisers en schuldhulpverleners communiceren vaak op verschillende manieren met elkaar: per brief of per e-mail en telefoon.Tip. De gegevensuitwisseling via het Schuldenknooppunt biedt hierin nu uitkomst.

Trek aan de bel.Zowel ondernemers als particulieren kunnen op een zeker moment te maken krijgen met schulden. Dit is geen schande. Aarzel dus niet om hulp te vragen.

Welk loket?Voor u als ondernemer is uw accountant wellicht een eerste aanspreekpunt. Maar ook bij de gemeente kunt u terecht voor hulp.

Schulden worden snel problematische schulden als er te laat wordt ingegrepen. Door vroegsignalering kan er sneller worden ingegrepen. Het Schuldenknooppunt is niet een extra dienstverlener of nieuw soort schuldhulpverlener, het is ‘slechts’ een communicatiemiddel om schulden beter en sneller in beeld te krijgen.

Overlijdensuitkering werknemer belast als inkomen?

Onduidelijkheid in de praktijk.Werkgevers betalen vaak een uitkering aan de nabestaanden van een werknemer als deze komt te overlijden. Een teken van goed werkgeverschap, want bij een overlijden komen naast verdriet vaak de nodige kosten kijken. In de praktijk heerst onduidelijkheid over de vraag of een dergelijke uitkering belast is of niet en zo ja, of er over de uitkering loon- of erfbelasting betaald moet worden of wellicht helemaal geen belasting of juist voor allebei. De Belastingdienst heeft via de bekendmaking van een standpunt van een kennisgroepen hierover thans duidelijkheid verschaft. Wat betekent dit?

Drie maandsalarissen belastingvrij?

De kennisgroep heeft via een voorbeeld, waarin aan de partner van een werknemer bij overlijden van deze werknemer drie maandsalarissen zijn uitgekeerd, aangegeven wat hiervan de fiscale gevolgen zijn. Dat er in eerste instantie is uitgegaan van drie maandsalarissen, is geen toeval.Tip. Binnen de loonbelasting bestaat namelijk in beginsel een vrijstelling als er bij overlijden maximaal drie maandsalarissen worden verstrekt. Dit betekent dat drie brutomaandsalarissen zonder dat hierover loonbelasting hoeft te worden ingehouden, kunnen worden verstrekt bij overlijden van een werknemer. Maar hoe zit het met te betalen erfbelasting?

Eén maand geen erfbelasting!De kennisgroep geeft aan dat er over de uitkering met betrekking tot één maandsalaris ook geen erfbelasting hoeft te worden betaald. Dit heeft te maken met het feit dat een werkgever wettelijk verplicht is om bij overlijden van een werknemer in ieder geval één maandsalaris uit te betalen aan de langstlevende partner of minderjarige kinderen. Dit volgt uit de wet en dus niet uit het erfrecht. Daarom blijft de heffing van erfbelasting dan ook achterwege.

Tweede en derde maand wel erfbelasting.Met het voorgaande in gedachten is het te verklaren dat er over de uitkering die bestaat uit een tweede en derde maandsalaris, wel erfbelasting verschuldigd is. Deze uitkeringen volgen namelijk uit de arbeidsovereenkomst van de overleden werknemer. De partner verkrijgt deze via een zogenaamd ‘derdenbeding’ en dus moet er wel erfbelasting over worden betaald. Zoals gezegd, hoeft er over maximaal drie maandsalarissen geen loonbelasting te worden betaald, dus wel erfbelasting.

Meer dan drie maandsalarissen?

De kennisgroep gaat ook in op de situatie waarin meer dan drie maanden salaris bij overlijden wordt uitbetaald. In dat geval zou er eigenlijk over deze extra maanden zowel loonbelasting als erfbelasting moeten worden betaald. Voor wat betreft de loonbelasting bestaat er namelijk slechts een vrijstelling over maximaal drie maandsalarissen en zouden de extra uitbetaalde maanden wel belast zijn met loonbelasting. Voor de erfbelasting geldt hetzelfde als voor de tweede en derde maand, dus zou er ook erfbelasting verschuldigd zijn. De kennisgroep komt echter tot de conclusie dat dit te veel van het goede is. Men baseert dit op het feit dat in het verleden met betrekking tot een uitkering uit een ongevallenverzekering in soortgelijke omstandigheden beslist is dat hierover geen erfbelasting verschuldigd is.Tip. Dit betekent dat er ook nu geen erfbelasting verschuldigd is als er bij overlijden eventueel meer dan drie maandsalarissen worden uitgekeerd. Er is dan dus alleen loonbelasting verschuldigd.

Niet via werkkostenregeling

De voor de loonbelasting vrijgestelde uitkering van maximaal drie maandsalarissen hoeft u niet onder te brengen in de werkkostenregeling en komt dus ook niet ten laste van de vrije ruimte. De uitkering is namelijk gericht vrijgesteld en deze vrijstelling kunt u dus benutten naast de onbelaste uitkeringen die u verstrekt via de werkkostenregeling. Als u meer dan drie salarissen betaalt, zijn de extra maanden wel belast, maar deze mag u in beginsel niet onderbrengen in de werkkostenregeling. Het is namelijk loon uit vroegere dienstbetrekking.

Administratieve verplichtingen

U moet een vrijgestelde uitkering in uw administratie aanwijzen als eindheffingsloon. Als deze echter maximaal gelijk is aan de gerichte vrijstelling, in dit geval dus drie maandsalarissen, dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat u deze heeft aangewezen als eindheffingsloon.

Loonadministratie.Verder moet u de gegevens inzake verstrekte uitkeringen bij overlijden bewaren bij uw loonadministratie. Elders mag ook, als u dit maar vooraf meldt bij uw belastingkantoor en ervoor zorgt dat deze gegevens bij een eventuele controle beschikbaar zijn.

Aanvechten standpunt kennisgroep?

Zoals aangegeven is het hiervoor genoemde gebaseerd op een standpunt van een kennisgroep van de Belastingdienst(KG:063:2024:3). Een kennisgroep is een groep deskundigen bij de Belastingdienst die zich buigt over bepaalde vraagstukken die zich in de praktijk voordoen. Een standpunt van een kennisgroep is gebaseerd op de wet en op arresten en besluiten die sinds het ontstaan van de wet van belang zijn geweest met betrekking tot een bepaald onderwerp. U kunt een standpunt van een kennisgroep weliswaar aanvechten bij de rechter, maar dit is vrij zinloos. Het standpunt is immers na nauwkeurig onderzoek tot stand gekomen en zal niet snel door de rechter worden gepasseerd. U kunt er anderzijds ook rechten aan ontlenen. Zou uw inspecteur in een soortgelijke zaak anders beslissen, dan kunt u altijd verwijzen naar het standpunt van de kennisgroep. Dit standpunt is een basis voor opgewekt vertrouwen en zal dus altijd worden gevolgd.

Wilt u bij het overlijden van een werknemer een uitkering aan de partner verschaffen, beperk deze dan tot maximaal drie maandsalarissen. U profiteert dan optimaal van de vrijstellingen.

Erfenis aanvaarden, wat zijn de fiscale gevolgen?

Bij het overlijden van iemand gaat zijn of haar erfenis naar de erfgenamen. Een erfenis omvat alle bezittingen en schulden die de overledene achterlaat, zoals een geldbedrag, de overwaarde van een eigen woning, inboedel of kunst. Zijn de bezittingen groter dan de schulden, dan kan het zijn dat de personen die de erfenis ontvangen, hierover erfbelasting moeten betalen. Wat speelt er als u een erfenis aanvaardt?

Wanneer moet u aangifte doen?

Indien u iets ontvangt uit een nalatenschap en u meer erft dan het vrijgestelde bedrag, moet u altijd aangifte erfbelasting doen. De hoogte van het vrijgestelde bedrag hangt af van uw relatie met de overledene.

 

Uw relatie met de overledene Vrijstelling 2024
Echtgenoot, geregistreerd partner of notarieel samenwonend partner € 795.156
Kind, pleegkind of stiefkind €   25.187
Kleinkind €   25.187
Achterkleinkind €     2.658
Kind met een beperking €   75.546
Ouder(s)* €   59.643
Alle overige personen, zoals een zus of vriend €     2.658

* als ouders erven, dan geldt de vrijstelling voor beide ouders gezamenlijk.

Binnen welke termijn aangifte doen?U moet binnen acht maanden na de overlijdensdatum van de erflater aangifte erfbelasting doen. Lukt dit om de een of andere reden niet, dan kunt u uitstel aanvragen. Heeft u een brief ontvangen van de Belastingdienst waarin staat dat u aangifte moet doen, dan moet u het uitstel aanvragen voor de inleverdatum die op de brief staat. U krijgt dan vijf maanden uitstel.Let op. Doet u later aangifte dan binnen acht maanden na de overlijdensdatum, dan bent u vanaf acht maanden na de overlijdensdatum belastingrente (vanaf 1 januari 2024: 7,5%) verschuldigd. Dit geldt ook als u uitstel heeft gekregen.Tip 1. Dit kunt u beperken of voorkomen door een voorlopige aanslag aan te vragen.Tip 2. Aangifte doen, uitstel aanvragen en vragen om een voorlopige aanslag kunt u allemaal regelen op Mijn Belastingdienst. Als de waarde van uw erfenis hoger is dan de vrijstelling, dan betaalt u over deze waarde erfbelasting. Hoeveel erfbelasting u verschuldigd bent, is afhankelijk van de waarde en uw relatie met de overledene.

Tarieven erfbelasting 2024

 

Uw relatie met de overledene € 0 – € 152.368 € 152.369 en meer
Partner, kind, pleegkind of stiefkind 10% 20%
Kleinkind, achterkleinkind 18% 36%
Overige 30% 40%

Voorbeeld.U erft in 2024 € 200.000 van een vriend. De erfbelasting wordt als volgt berekend: € 200.000 -/- € 2.658 (vrijstelling 2024) = € 197.342. Over de eerste € 152.368 bent u 30% erfbelasting verschuldigd = € 45.710. Over het meerdere (€ 197.243 -/- € 152.368 = € 44.974) bent u € 17.990 (40% van € 44.974) verschuldigd. In totaal moet u dus € 63.700 (€ 45.710 + € 17.990) erfbelasting betalen.

Waarde van de erfenis.Indien de erfenis enkel uit een geldbedrag bestaat, dan staat de waarde van een erfenis vast. Maar wat nu als u bijv. andere bezittingen erft, zoals kunst, een inboedel of een huis?

U erft kunst.Voor de inkomstenbelasting zijn kunstobjecten vrijgestelde bezittingen in box 3, tenzij de kunst voornamelijk als belegging wordt gehouden. Voor de erfbelasting ligt dit anders. Kunstobjecten zijn immers onderdeel van een nalatenschap. Ongeacht of de kunstobjecten als belegging worden gehouden, als u kunst erft en de waarde van de erfenis is hoger dan de vrijstelling, dan betaalt u over de waarde erfbelasting.

Hoe wordt de waarde van kunst bepaald?Als u kunst erft, dan kunt u uitgaan van de verzekerde waarde. Als het kunstobject niet verzekerd was, kunt u de waarde achterhalen in catalogussen van veilinghuizen. Natuurlijk kunt u ook een taxateur in de hand nemen die de juiste expertise heeft.

U erft een inboedel.Erf u een inboedel, dan gaat u uit van de waarde in het economisch verkeer. Hiervoor kunt u bijv. gebruikmaken van websites, zoals Marktplaats of eBay.Let op 1. Ga niet uit van de verzekerde waarde. Dit bedrag is te hoog, omdat de verzekerde waarde het bedrag betreft dat nodig is om de inboedel op nieuw aan te schaffen.Let op 2. Dit geldt natuurlijk niet voor kunst en antiek.

U erft een huis.Als u een huis erft, gaat u uit van de WOZ-waarde op 1 januari van het jaar van overlijden van de erflater of indien al bekend van de WOZ-waarde op 1 januari van het jaar na overlijden van de erflater. U mag de laagste waarde kiezen.

Voorbeeld.Als u in 2024 een woning erft, mag u uitgaan van de WOZ-waarde 2024. Deze heeft de peildatum 1 januari 2023. U mag ook uitgaan van de WOZ-waarde 2025 (peildatum 1 januari 2024). Als de WOZ-waarde van het jaar na overlijden nog niet bekend is, dan moet u uit gaan van de WOZ-waarde van het jaar van overlijden.

Bezwaar.Blijkt nadat u aangifte erfbelasting heeft gedaan dat de WOZ-waarde van het jaar na overlijden lager was, dan kunt u altijd bezwaar indienen, ook als de bezwaartermijn van zes weken verstreken is.Tip. Ophttps://www.wozwaardeloket.nlkunt u de WOZ-waarde opzoeken.

U kunt niet tijdig betalen?

Wat als u een aanslag erfbelasting over een woning niet tijdig kunt betalen? Als u een woning heeft geërfd en de erfbelasting niet tijdig kunt betalen, bijv. omdat de woning te koop staat maar nog niet verkocht is en u daarbij te weinig liquide middelen heeft om de erfbelasting te betalen. U kunt dan schriftelijk vragen om uitstel van betaling. Dit doet u door een brief te sturen naar Belastingdienst/Unit Centrale Invordering,Tiberdreef 12, 3561 GG Utrecht. In de brief vermeldt u:

  • het aanslagnummer;
  • het te betalen bedrag;
  • de reden waarom u de erfbelasting niet kunt betalen;
  • hoelang u uitstel wilt. Dit kan langer zijn dan twaalf maanden.

Reactie.U ontvangt dan binnen acht weken een schriftelijke reactie van de Belastingdienst. De Belastingdienst kan vragen om extra zekerheden zoals een hypotheekrecht of een bankgarantie.

Hoe?Kunt u een aanslag erfbelasting niet betalen, dan kunt u dus vragen om uitstel. Zo kunt u telefonisch via de belastingtelefoon voor nabestaanden ((0800) – 235 83 54) verzoeken om vier maanden uitstel van betaling. Heeft u langer nodig, dan kunt u schriftelijk uitstel van betaling aanvragen. In deze brief doet u een voorstel voor een betalingsregeling. Deze brief stuurt u naar de Belastingdienst/Unit Centrale Invordering, Tiberdreef 12, 3561 GG Utrecht. In de brief vermeldt u:

  • het aanslagnummer;
  • uw naam, adres en telefoonnummer;
  • waarom u uitstel van betaling wilt;
  • in hoeveel termijnen u wilt betalen. Dit kan niet langer zijn dan twaalf maanden.

Invorderingsrente

Als u uitstel van betaling krijgt, dan bent u over het deel van de openstaande belastingaanslag dat u na de uiterste betaaldatum van de belastingaanslag betaalt, invorderingsrente (vanaf 1 januari 2024: 4%) verschuldigd.Tip. Daarnaast bestaat er ook de mogelijkheid om erfbelasting te betalen met een kunstwerk (schenken via de kwijtscheldingsregeling in de Successiewet 1956). Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen, moet het kunstobject wel voldoen aan bepaalde voorwaarden. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naarhttps://www.belastingdienst– zoekwoorden: kwijtscheldingsregeling erfbelasting bij nalaten kunst.

U moet binnen acht maanden na de overlijdensdatum van de erflater aangifte erfbelasting doen. Lukt dit om de een of andere reden niet, dan kunt u uitstel aanvragen. Kunt u de erfbelasting niet betalen, dan kunt u om uitstel verzoeken. Daarnaast bestaat er ook de mogelijkheid om erfbelasting te betalen met een kunstwerk.

Bijverdiensten studenten onbeperkt

Hoe was het ook alweer vanaf 1 januari 2024?Mbo-studenten die een studiefinanciering ontvangen, mogen vanaf 1 januari 2024 onbeperkt bijverdienen.Tip. De bijverdiengrens is namelijk ook voor mbo-studenten per 1 januari 2024 volledig afgeschaft. Voor studenten van het hoger onderwijs was de bijverdiengrens al sinds 2020 afgeschaft.

Voorheen wel grens, ook bij stage.De bijverdiengrens gold voor alle inkomsten van een mbo-student die studiefinanciering ontving, ongeacht of de bijverdienste uit een bijbaan of stage kwam. Deze bijverdiengrens bedroeg circa € 16.000 per kalenderjaar. Als de bijverdiensten meer bedroegen dan de bijverdiengrens, dan had dat tot gevolg dat de student zijn studiefinanciering moest stopzetten of dat hij aan het einde van het jaar een bedrag moest terugbetalen.

Geen controle meer voorgaande jaren.Naast de afschaffing van de bijverdiengrens per 1 januari 2024 worden ook de bijverdiensten van mbo-studenten over de jaren 2022 en 2023 niet meer gecontroleerd door DUO. Dit betekent dat de bijverdiensten van mbo-studenten in 2022 en 2023 dus geen gevolgen meer hebben voor de studiefinanciering. Voor 2020 en 2021 gold de bijverdiengrens niet vanwege de coronacrisis.Tip. U hoeft mbo-studenten dus niet meer te wijzen op de bijverdiengrens.Let op. Een aandachtspunt is wel dat hogere inkomsten gevolgen kunnen hebben voor de huur- en of zorgtoeslag.

Kinderbijslag?Scholieren die kinderbijslag krijgen, mogen reeds sinds 1 januari 2020 onbeperkt bijverdienen.

Loonadministratie en loonheffingen.U kunt scholieren en studenten wel wijzen op de studenten- en scholierenregeling. Door gebruik te maken van deze regeling kan de student of scholier meer nettoloon overhouden. Als werkgever mag u bij de studenten- en scholierenregeling in de loonaangifte namelijk de kwartaaltabel toepassen in plaats van de tijdvaktabel. Hierdoor hoeft u dan geen of minder loonheffing in te houden. De student of scholier kan hiervoor gebruikmaken van het formulier Model Opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling).Let op. Dit formulier moet u bij uw loonadministratie bewaren.

Voor de studiefinanciering en voor de kinderbijslag hoeft u studenten niet meer te wijzen op de grens voor bijverdiensten.

Vanaf 2026 fors hogere wegenbelasting (mrb) voor lpg-rijder

Afschaffing G3-korting. Rijders van een lpg-auto kunnen nu profiteren van een korting op de mrb. Deze korting hangt samen met het minder vervuilende karakter van een auto die is voorzien van een erkende lpg-installatie. De korting geldt voor vrijwel alle auto’s op lpg. Helaas gaat deze korting van ongeveer € 143 per kwartaal per 2026 verdwijnen.

Lichte auto’s hardst geraakt. Omdat de korting een vast bedrag is, worden als gevolg van het afschaffen ervan, lichte auto’s relatief het hardst getroffen. De maatregel moet weliswaar nog worden goedgekeurd door het parlement, maar er is waarschijnlijk wel een meerderheid voor.

De mrb voor vooral kleine lpg-auto’s stijgt per 2026 relatief het hardst. Ga na of het voordelig blijft om op lpg te rijden, met name als u van plan bent uw auto te vervangen.

Ondernemer betaalt salderingsregeling zonnepanelen

MKB de klos. Bezitters van zonnepanelen kunnen voorlopig nog alle door hen opgewekte energie verrekenen met de door hen verbruikte energie. De voorgestelde wijziging hiervan is niet geaccepteerd door de Eerste Kamer. Omdat bezuinigen het kabinet niet bepaald makkelijk af gaat, moet de rekening op anderen verhaald worden. Uit de Voorjaarsnota blijkt dat MKB-ondernemers waarvan de winst belast wordt in de inkomstenbelasting en de hogere inkomens, de klos zijn. Maar hoe?

MKB-winstvrijstelling verminderd. Volgens de Voorjaarsnota wordt vanaf 2025 de MKB-winstvrijstelling verminderd van thans 13,31% naar 12,03%. Dit betekent zo’n 10% minder aftrek (13,31 versus 12,03), waardoor u meer belasting over uw winst betaalt. Valt een deel van uw inkomen in de hoogste tariefschijf van box 1, dan bent u dubbel de klos. Voorgesteld is namelijk ook dat het begin van de hoogste tariefschijf met € 557 verlaagd wordt. U betaalt dus eerder het hoge tarief van 49,5%. Door de verlaging van de MKB-winstvrijstelling wordt de BV weer iets aantrekkelijker.

MKB’ers waarvan de winst in de inkomstenbelasting valt en hogere inkomens, draaien op voor de in stand gehouden salderingsregeling voor zonnepanelen.

Kunst schenken of nalaten, wat moet u daarvan weten?

Vrijstelling in box 3. Voor particulier kunstbezit geldt er in box 3 een vrijstelling, tenzij er sprake is van beleggen in kunst.

Afscheid nemen. Heeft u eenmaal een kunstcollectie opgebouwd, dan komt onvermijdelijk ook het moment dat u afscheid moet nemen van uw collectie, bij leven of uiterlijk op het moment van overlijden. Waarschijnlijk is schenken of nalaten aan bijv. kinderen uw eerste gedachte, maar schenken of nalaten aan de overheid of een museum is ook een mogelijkheid. Tip.  In veel gevallen kunt u met een schenking aan de overheid of een museum een aanzienlijk belastingvoordeel krijgen. Ook als u kunstwerken verkrijgt uit een nalatenschap, kan het fiscaal voordelig zijn om (een deel van) de collectie over te doen aan de overheid om de erfbelasting te betalen. Hoe gaat dat dan in zijn werk?

Wat is er zoal mogelijk?

Verschillende regelingen. Kunst schenken kan om niet, om belastingvoordeel te krijgen of om een deel van de erfbelasting mee te betalen. Tip.  Het kan zijn dat u vooral schenkt uit ideële motieven, maar het is dus wel degelijk mogelijk om hiermee (ook) een fiscaal voordeel te behalen. Het is aan u (of aan uw erfgenamen) om te kiezen voor de vorm die het beste past of die het meeste (fiscaal) voordeel oplevert. U zult dan in ieder geval een taxateur moeten inschakelen om de waarde van de kunstwerken vast te stellen.

Openbaar kunstbezit. Met een schenking aan een culturele ANBI (algemeen nut beogende instelling) of via de successieregeling maakt u gebruik van de fiscale regels die er zijn om het openbaar kunstbezit in Nederland te bevorderen. U bent hiermee in goed gezelschap, veel Nederlandse musea danken hun bestaan of een belangrijk deel van hun collectie aan schenkingen of nalatenschappen.

Schenken om niet

Geen tegenprestatie. U kunt schenken om niet. Dit betekent dat u zonder een tegenprestatie een schenking doet. Schenken om niet kan bij leven of bij overlijden. Let op.  Als u een schenking om niet in de vorm van een erfstelling of een legaat wilt doen, is het verstandig om dit met uw erfgenamen te bespreken.

Schenken vanwege belastingvoordeel

Fiscaal voordeel. Het is mogelijk om via een schenking belastingvoordeel te krijgen. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

ANBI. Zo moet u schenken aan een instelling die als ANBI aangemerkt is. Er zijn gewone en culturele ANBI’s. Publiekrechtelijke lichamen, zoals de staat, zijn gewone ANBI’s. Veel musea en culturele instellingen hebben de culturele ANBI-status.

Aftrekbare gift. Uw schenkingen aan een ANBI kunt u aftrekken bij uw aangifte inkomstenbelasting. Tip.  Schenken aan een culturele ANBI levert meer belastingvoordeel op. Via de ANBI-zoeker van de Belastingdienst kunt u nagaan of een organisatie een ANBI is.

Erfbelasting betalen met kunst

Kwijtscheldingsregeling. U (of uw erfgenamen) kunnen er ook voor kiezen om te schenken via de kwijtscheldingsregeling in de Successiewet 1956. In dat geval wordt een deel van de erfbelasting niet betaald met geld, maar met een kunstwerk. U staat het werk af aan de staat en het wordt vervolgens tentoongesteld bij een museum.

Welk bedrag? Het bedrag dat wordt verrekend met de erfbelasting bedraagt 120% van de getaxeerde waarde van het kunstwerk. In principe moet u zelf zorgen voor een taxatie. Daarvoor kunt u terecht bij de Federatie van Taxateurs Makelaars Veilinghouders in Roerende Zaken (Federatie TMV).

Niet ieder kunstwerk    Het kunstwerk moet voldoen aan de eisen van onvervangbaarheid en onmisbaarheid en een museum moet hebben aangegeven er belangstelling voor te hebben. Beoordeling. De Adviescommissie beoordeling aangeboden cultuurbezit uit nalatenschappen beoordeelt de aanvragen en adviseert de minister van Financiën over toepassing van de kwijtscheldingsregeling.

Aan wie kunt u schenken of nalaten?

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. U kunt kunst schenken of nalaten aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), dus aan de staat. De RCE beheert een grote kunstcollectie en doet er alles aan om de werken zo veel mogelijk zichtbaar te maken door deze uit te lenen. De RCE bepaalt zelf of het een schenking of een nalatenschap aanvaardt.

ANBI-status. De RCE is een normale ANBI, geen culturele, en u bent zelf verantwoordelijk voor afhandeling van de schenking bij de Belastingdienst. De RCE gebruikt het standaard schenkingsformulier van de Belastingdienst. Om een en ander goed af te wikkelen, kunt u een notaris of belastingadviseur inschakelen.

Voormalige rijksmusea. Alle zogenaamde ‘voormalige rijksmusea’ mogen schenkingen en nalatenschappen namens de staat aanvaarden. Een kunstwerk dat u op deze manier schenkt, wordt onderdeel van de rijkscollectie. Het museum beslist zelf welke kunstwerken het als schenking wil aanvaarden. Bij het museum in kwestie kunt u informatie opvragen over de procedure rondom de schenking van uw kunstwerk en de voorwaarden die het museum stelt.

Culturele ANBI. Veel musea zijn culturele ANBI’s. Bij een schenking aan een culturele ANBI geldt een hogere giftenaftrek. Dit kunt u betrekken bij de vraag aan wie u wilt schenken.

Andere overheden en musea. U kunt ook schenken aan andere overheden, zoals gemeenten en provincies of aan musea die geen rijksmuseum zijn. Let op.  Een museum dat een onzelfstandig deel van bijv. een gemeente is, is geen culturele ANBI. In dat geval geldt er dus geen verhoogde giftenaftrek. Tip.  Neem tijdig contact op met de betreffende overheid of het betreffende museum om informatie op te vragen.

Hoe pakt dit uit voor de erfbelasting?

U kunt kwijtschelding van de verschuldigde erfbelasting en belastingrente krijgen tot een bedrag van maximaal de waarde van het kunstvoorwerp, vermeerderd met 20%. Let op.  U kunt nooit meer kwijtschelding krijgen dan u moet betalen aan erfbelasting en belastingrente.

Voorbeeld 1. Stel, u moet € 10.000 betalen aan erfbelasting en belastingrente. U draagt een kunstvoorwerp over aan het rijk met een waarde van € 10.000. U kunt nu voor maximaal € 12.000 kwijtschelding krijgen, maar nooit meer dan dat u aan erfbelasting en belastingrente verschuldigd bent. U krijgt voor € 10.000 kwijtschelding.

Voorbeeld 2. Stel, u moet € 60.000 betalen aan erfbelasting en belastingrente. U draagt een kunstvoorwerp met een waarde van € 50.000 over aan het rijk. U krijgt dan voor € 60.000 kwijtschelding.

Giftenaftrek in de inkomstenbelasting

Als u kunst wilt schenken aan een gewone ANBI of een culturele ANBI, kunt u gebruikmaken van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting. Ook hier is het van belang enig rekenwerk te doen, omdat ook de giftenaftrek aan maxima is gebonden.

Eenmalige gift. Voor de giftenaftrek geldt een drempel van 1% van het verzamelinkomen (ten minste € 60) en een maximum van 10% van het verzamelinkomen. Over de eerste € 5.000 van de schenking geldt een verhoging van 25% als u schenkt aan een ANBI. Als uw inkomen deels belast wordt in de hoogste schijf van 49,55%, bedraagt het effectieve voordeel 36,97%.

Voorbeeld.   Uw verzamelinkomen bedraagt € 150.000, dit levert u een effectief percentage van 36,97% aan giftenaftrek op. De drempel is € 1.500 en het plafond € 15.000. U schenkt in 2024 een beeld met een waarde van € 50.000 aan een museum. De giftenaftrek bedraagt € 15.000 (plafond) + € 1.250 (5.000 x 25% verhogingsfactor) -/- de drempel van € 1.500 = € 14.750. Het effectieve belastingvoordeel bedraagt € 5.453.

Met welk doel u ook kunstwerken schenkt, u verrijkt er altijd het openbaar kunstbezit mee. Een bijkomend voordeel is dat u hiermee ook een fiscaal voordeel kunt behalen. Een schenking van een kunstwerk kan daardoor ook een rol spelen bij overdracht naar de volgende generatie of bij uw vermogensplanning.

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl